2016:    Op Droeve Velden (2016 - Hoboken, Veronique Van Langenhove)

2014:    Ik voel me verf - portretten stadsdichters gedichten (2014 - Joost Bataille)

2014:    Poëtraal - 10de Nationale Stadsdichtersdag in Lelystad (2014 - Oosterbeek, uitg.Kontrast)

2013:    Cicatrizado (2013 - Hoboken, R. Bosiers)

2012:    Stadsdichters Verhalen (2012 - Oosterbeek, Kontrast)

2011:    Dichter bij mijn stad (2011 - Oosterbeek, Kontrast)

2010:    Vlassenbroek Poëziedorp 2010 (2010 - Dendermonde, vzw Symbiose)

2008:    Jaarboek 2007-2008 'De 50 meesterdichters...' (2008 - Gent, Razor's Edge Editions)

2005:    Met als enig geluid wat geritsel (2005 - Mechelen, De Blauwe Engel)

2005:    Vijftig dichters - het beste uit tien jaar Meander (2005 - Eindhoven, Opwenteling)

2004:    Het parfum van de ander - een digitale bundel (2004 - F. Vermeulen)

2003:    De Stad - een handgeschreven bundel (2003 - A'pen, Y. Joris & F. Vermeulen)

2002:    Distelbloemen (2002 - Brussel, De Distel)

 


Op droeve velden
Poëzierecital rond wereldoorlog één

In het oorlogsjaar 1916 was de impasse in de loopgraven compleet. Razende offensieven verslonden tot 3000 soldaten per uur. En dit voor ettelijke meters terreinwinst. Aan het westelijk front bedroegen op het einde van dat jaar de geallieerde verliezen ongeveer 1.550.000 man, de Duitsers verloren ruim 600.000 soldaten. De spreidstand van deze cijfers kunnen wij amper bevatten. Om dit te evoceren, aan te raken kan men met een gebogen hoofd een bescheiden poging ondernemen. Poëzie kan hiervoor een medium zijn.

Het programma van het poëzierecital ‘Op droeve velden’ brengt op drie verschillende manieren een ode aan al deze slachtoffers : in het eerste deel brengen zeven dichters een hommage aan François Couperin onder pianobegeleiding van het stuk 'Le tombeau de Couperin' van componist Maurice Ravel, het tweede deel is een evocatie van ‘Bezette Stad’ van Paul Van Ostaijen en in het derde deel wordt een gedicht gebracht met als muzikale begeleiding het stuk ‘Totentanz’ van componist Franz Liszt. Op de achtergrond worden tijdens het recital originele zwart wit foto’s getoond van oorlogsgraven.

Het poëzierecital wordt gebracht door dichters Frank De Vos, Peter Holvoet-Hanssen, Cecile Van Houtte, Eric Vandenwyngaerden, Annemarie Sauer, Erwin Steyaert, Erick Kila, Ann Van Dessel, Bert Bevers en Roger Nupie en pianist Billy Pletinck. De foto’s zijn gemaakt door fotografen Hartmut De Maertelaere en Goddie Caubergh.

De bundel, die niet mocht verkocht worden, werd aangeboden aan de toeschouwers tijdens de voorstelling.

Enkele sfeerbeelden (foto's: Anne Raymaekers) van Op droeve velden

Dit was mijn gedicht in de bundel:

    NABEELD


Neem een dag als deze en vul hem
met oude gegevens. Met glazige ogen
en klauwen en beven. En, weg van het bloed,
met wat niet meer past – ook ik moest
verdwijnen: mijn dood werd dezelfde
als de zijne, en de zijne en de zijne …

Zie mij aan – ik ben niet meer
van dit land, deze akkers.
Ik ben van de wereld
en dagen van vragen: waarom

al die helmen, waarom toch die laarzen.
En zullen de bomen weer recht staan
en wij het gefemel vergeten, de klamme hand
van wie maait, de slag in ons broze gezicht?

Als was er geen vinger, ook niet om
(hoe zal ik het zeggen) alles wat kwijtraakt
op die zinloze weg – wat ‘verdomd’ in me zegt –
te verschuiven naar elders, naar later.

Zie mij aan – ik ben niet meer
van dit land, deze akkers.
Hier heerst alleen maar smurrie en water
en angst die mij heeft aangeraakt

die drukt op mijn borstbeen, ongrijpbaar
als de schaduw van een wolk die over
het land glijdt. En hoor hoe het rommelt.
Ginds achter de grachten trillen
de vergezichten en bliksemt het licht.

Te dicht nu, verblindend – nog even
en dan zie ik het laatste: een nabeeld
(…)

Neem een dag als deze en vul hem
met oude gegevens – schrap gerust
wat niet past. Maar lees onze namen
en zie ons dan aan:
hoe de tijd ons heeft aangeraakt.


© Eric Vandenwyngaerden

.

 


Ik voel me verf

Voor zijn boek 'Ik voel me verf' vroeg de Nederlandse fotograaf Joost Bataille aan verschillende Vlaamse en Nederlandse stadsdichter of hij van hen een foto mocht maken en zij daarover een gedicht wilden schrijven. Een selectie uit dat boek staat eind januari tentoongesteld in de Gentse Stedelijke Openbare Bibliotheek. De usual suspects Hilde Van Cauteren en Ann van Dessel hangen er, vergezeld van Ingmar Heytze en Eddy de Buf. In de vitrinekast Wim Paeshuyse, Ester Naomi Perquin en Eric Vandenwyngaerden.
Een ideale kennismaking voor het publiek met Vlaamse en Nederlandse stadsdichters.

Mijn opgenomen gedicht:

    Bedachtzaam           


Ik sta met de rug naar de stad gekeerd, met in
mijn blikveld Joost B., die het beeld orkestreert.
En ik zie zijn gevecht met de lens en het licht, terwijl
ik zoek naar een naam voor een passend gedicht.

Maar wat u ziet, is een man met de stad in de rug
op een asgrauwe middag. En ik denk weer terug: hoe
bij toeval tussen mensen een woordspel ontstaat,
in een straat – net geen steeg – min of meer desolaat.

Wij verfoeiden daar nieuwspraak, vonden niets
méér banaal dan ignorance is strength
maar we voerden geen oorlog – geen bataille
om de taal. Nee, wij speelden met poses
en liepen te grappen. Ja, we lachten wat af
­(alle ernst was ver weg).

En toch vind ik mezelf hier verrassend terug,
bedachtzaam en starend, met een prent
van de dampende stad in mijn rug.
 

 Eric Vandenwyngaerden

3de Stadsdichter van Diest

2010-2012

.


Poëtraal

Een bloemlezing van Stadsdichters uit Nederland en Vlaanderen. Ter gelegenheid van de 10e Nationale Stadsdichtersdag in Lelystad.

Samengesteld door Gerard Beense.

Mijn opgenomen stadsgedicht: nr. 17

    BIJWIJLEN VAN P.  (TRIPTIEK)

           
   1. Kaai

     (bedaagd)

Hoog in het Spyker spieden ogen vol verlangen.
Aan de laadbrug heerst immers een druk gedoe.

Op de oevers knarsetanden knagers in hun gangen.
Handen allerhande stromen nu hulpvaardig toe.

Als straks het schip verlaat de kade zullen trekkerskoppen hangen.

Avond – poorten bijna dicht – in diffuus lantarenlicht
liggen voorraadgranen in de schaduw van de schuur;
rakelen weer knedersknuisten vuur.

 

   2. Kroeg na stervensuur

     (nieuwerwets)

Pleisterslijt, lappenvloer, kabels als lianen en
walmen rook. Licht van lampions omfloerst
waanzinnige verhalen (hangend aan de houten toog).

Waar waarheid loog, staan zatte pinten, klinkt gelal:
Slechts één week later en ik mis haar al.

Droge kelen brullen: ober man toch breng ons wat!
Vrienden – dronkaards – kloppen elkaars schouders plat,
zittend op de banken daar, daar op hun luie gat.

 

   3. Kaartje vol

     (uitsmijter)

Een kerel spoelt, de markt loopt leeg,
de straat verdwaalt haar laatste klant.
Een dichter schrijft zijn kaartje vol:
alles gaat volgens plan.

 

Stadsgedicht nr. 17 – OKTOBER 2012 – Eric Vandenwyngaerden                   

.


Cicatrizado - Poëzie in Hoboken

Voor ‘Cicatrizado’ of ‘gelittekend’ liet Frank De Vos zijn mededichters aan de slag gaan met foto’s van gelittekende bomen. Het thema vond hij tijdens een vakantie in een park op Tenerife. Zomaar op een palmboom in La Laguna.

De schors was hevig aangetast, uitgeteerd met diepe holtes. In het verzengende zonlicht leken ze op zwerende inkervingen. De foto’s die de inspiratie gaven voor de gedichten zijn abstracte beelden van Hartmut De Maertelaere.

De foto’s en gedichten werden tentoongesteld in kasteel Sorghvliedt.

Dit is een project van de cultuurraad Hoboken met de steun van het district.

De bundel, die niet mocht verkocht worden, werd aangeboden aan de bezoekers van de tentoonstelling.

Mijn gedicht:

    SHU HA RI

Kon ik nu maar de pot (weg scherven)
de lucht inlijmen,
de rozen wakker maken
en ondertussen mijn zoenen innemen.

Maar stuurt zij er niet op aan
dat ik me verstap?
Zo – zegt ze – ben jij dus.

Wat is er van haar geworden, en van mij?
Ik zend haar haast geen tekens meer:
hou voor mezelf, hou vast.

Ach, kon ik nu maar de strelingen
aan mijn handen teruggeven,
de eerste keer bij haar binnenkomen,
het vroegste huilen
insluiten en terugsturen.

Want, wat heb ik met haar gedaan
– ben ik dan zo anders dan de rest,
of heb ik haar niet genoeg liefgehad
daarbinnen, daarbuiten, en zo?

Zou ik misschien beter weggaan?



© Eric Vandenwyngaerden

.


Stadsdichters Verhalen
stadsdichters bijeengebracht door Gerard Beense. 

Op zaterdag 8 september 2012 werd in het Agora theater, Agorabaan 47 in Lelystad (Nl) de bloemlezing van alle Stadsdichters en junior Stadsdichters uit Nederland en Vlaanderen voorgesteld ter gelegenheid van de 8ste Nationale Stadsdichtersdag.

De bloemlezing bevat telkens 3 gedichten van 59 Stadsdichters. Samenstelling bundel: Gerard Beense.

Mijn opgenomen stadsgedichten:  01, 10 en 12.

 

 

 

 

.


Dichter bij mijn stad 
stadsdichters bijeengebracht door Gerard Beense

Op zaterdag 10 september 2011 werd in het Agora theater, Agorabaan 47 in Lelystad (Nl) de bloemlezing van alle Stadsdichters en junior Stadsdichters uit Nederland en Vlaanderen voorgesteld ter gelegenheid van de 7de Nationale Stadsdichtersdag.

De bloemlezing bevat telkens 3 gedichten van 57 Stadsdichters en 6 junior Stadsdichters.  lees je hier.
Samenstelling bundel: Gerard Beense.

Mijn opgenomen stadsgedichten:  02, 04 en 07

.


Vlassenbroek Poëziedorp 2010

Een bloemlezing waarin een 30-tal auteurs de ontroering binnen de poëzie beschrijven. De mens centraal geplaatst in de natuur wordt een metafoor van water, wolken, bomen gras, maar ook van huizen, dorpen steden, zelfs van een plaats om eeuwig te rusten.

Samenstelling bundel: Patricia De Landtsheer.

Mijn opgenomen gedicht:

 

    VERGETEN STRAAT

                                               

Ik zeg je dat het de wind is
dat het de wind is die
geruchten maakt.

Jij zegt me dat het een kind is
met je vingers door je haar
dat het een kind is
dat schuifelt door de straat.
Dat het de straat is
die doodloopt
achter in de straat
en niet de hoek om
niet de hoek omgaat.

Ik zeg je dat het net daar is
waar bruine bladeren zich
stapelen tegen de stoep
en tegen de muur
en dat het zo waar is
dat het zowaar ritselt in die straat.
En dat het geen kind is
dat het de wind is.



© Eric Vandenwyngaerden

.


Hoe de dichter zich een weg geselt tegen de wind...

Na "De 33 Meesterkoks van België" bestaat er nu ook het genootschap "De 50 Meesterdichters van de Lage Landen bij de zee", onder het voorzittersschap van Thierry Deleu.

Hun eerste jaarboek (2007-2008) werd op woensdag 2 december 2008 voorgesteld in de raadzaal van het Gemeentehuis van Koksijde.

Uitgever: Razor's Edge Editions Gent.
D/2008/02

Mijn gedicht kan je hier lezen: 

 

    GEDICHT

Wat is dit meer dan weer
een blinde tekening
een vage druk uit weke plaat
de groeven vol met oude inkt?

Zoals de dag, die voor ons
staat in open hemd,
de koude binnenlaat;
wij – rillend wel – geen warmte
bij elkaar dan vinden evenwel.

Zo zuigt het blad maar krijgt
geen vat. Wij hebben teveel
niet gehad, dus scheur ik
het papier van spijt

en steek het bij de rest.
Geluk? Nog onvoltooide tijd.



© Eric VANDENWYNGAERDEN

.


Met als enig geluid wat geritsel

Op zondag 18 december 2005 om 15.00 uur werd in 'Het Laatste Huis', Poreistraat 4  Mechelen (Hombeek) de bloemlezing 'Met als enig geluid wat geritsel' voorgesteld.

Teksten van:

Ramuncho E. Bartolomé, Mieke Beirinckx, Karin Beumkes, Gerard Cornelis, Guido De Henau, Joris Denoo, Didi de Paris, Jenni Dermaux, Robert Eraly, Anne Es, Edwin Geerts, Sylvie Marie, Hilde Pinnoo, Theo H. A. Slachmuylders, David Troch, Eric Vandenwyngaerden (3 gedichten), Ann Van der Perre, Rita Valentina en Guy van Hoof.

Een initiatief van Theo H. A. Slachmuylders.

Uitgeverij De Blauwe Engel
ISBN 90-7577-610-1

Mijn opgenomen gedichten:

    DIT IS DE NACHT


Adem stokt
honden huilen tegen de wassen maan
de vlakte houdt zich koest.

Dit moest een warme avond worden
dit huis laat hunkerend naar stilte
al haar lome luiken neer
en uren kruipen langs de muren.

Als dan de avondklok spuit 12
komen de hamsters uit hun slaap
en weer het kot op stelten zetten:

één rent zich rot, rolt op zijn rug
één spaart zijn wangen rond;
één oefent vaart - het rad maakt haast
één snelt over de brug.

En buiten smelt de maan
en binnen plooien de geluiden
in de hoeken van hun kooi.

Dit is de nacht.


    RUSTOORD


Zoals beloofd
hij legt ze recht, de dingen
uit zijn hoofd: zijn tafelmatje en zijn mes,
zijn lepel en zijn vork; want hij regeert
hier als een vorst zonder genade.

Maar soms slaat hij zichzelf
en anderen gade; geen verwijt
hij doodt slechts tijd
- niemand speelt op.
Er loert geen oog over de volle borden,
noch wordt een arm
hem om de kromme hals gelegd.

Hij weet, men zegt
dat oude mensen als machines worden.



    KIND

Daar is het kind, dat groeide in
en uit dit nest; dat met mij stoeide en
dat draagt van genen in zijn lijf - mijn deel.
Dat ik niet meer beveel

en dat ik loslaat als het door
de velden rijdt, of langs de dijk.
Dat ik niet vallen voel
(mij niet meer schrikken doet)
maar dat ik toch niet minder koester
dan voorheen.

Hier is zijn ouwe peen.
Tijd sloddert als een zeurkous
aan zijn been.


© Eric VANDENWYNGAERDEN

.


Vijftig dichters - het beste uit tien jaar Meander

Voorgesteld in Eindhoven, Boekencafé Schrijvers op 13 november 2005.

Mijn opgenomen gedicht:

    OSWIECIM (Auschwitz)


Stil,
zoals de tijd verglijdt

en in het groeien
van de bladeren
- hier mistig groen -
zo is het ademloze land
bedolven onder
schraalte, horizont en grauw,
waar pijn en leed
in schaduwen vergaderen

en als de waarheid
in gesnoerde mond
dan eindelijk sterven zal,
zal ook het zwijgen
en het kruipen
van de spoorlijn
naar oneindig-samen,
worden uitgegomd

en stil,
zoals de tijd verglijdt.


© Eric Vandenwyngaerden


Joop Leibbrand over het gedicht
'Oswiecim (Auschwitz)' :

 

Omdat voor zo'n groot onderwerp als dit bijna ieder gedicht te klein is, is het goed dat er hier zoveel gezwegen wordt. Slechts stilte past, een kruipend zwijgen. Let op het gebruik van 'grauw' in regel 8: in die doodse kleur klinken de afschuwelijke geluiden mee die hier geklonken moeten hebben (Meander 162).

.


Het parfum van de ander

Digitale dichtbundel in het kader van Antwerpen Wereldboekenstad 2004. De titel werd ontleend aan het gedicht van José de Poortere.

Samensteller en verantwoordelijk uitgever: François Vermeulen.

Mijn opgenomen gedicht:


    SÜRREYA

Wat in jouw haven ligt
zo kommerloos, zo vol:
het zijn mijn strenge ogen.

Lijdend zien ze zware lijven
onder sluiers dragen;
overmaats als mateloos
gerezen brood
brandt aan oven.

Hier en uit mijn lood geslagen
sla ik gade…
roof met oog.



© Eric Vandenwyngaerden

.


De stad, een handgeschreven dichtbundel

PERSMEDEDELING

De dichtbundel De stad is net verschenen. De dichters Wilfried Adams, Maris Bayar, Bert Bevers, Toon Brouwers, Liane Bruylants, Herman J. Claeys, Guy Commerman, Sven Cooremans, Didi de Paris, José De Poortere, Francis De Preter, Frank Decerf, Ferre Denis, Joris Denoo, Aleidis Dierick, Jo Gisekin, Frieda Groffy, Peter Holvoet-Hanssen, Philip Hoorne, Yves Joris, Arno Kerkhofs, Xtine Mässer, Mark Meekers, Peter Nijmeijer, Roger Nupie, Tony Rombouts, Annmarie Sauer, Werner Spillemaeckers, Ina Stabergh, Marcel van Maele, Eric Vandenwyngaerden, Rose Vandewalle, François Vermeulen, Hugo Verstraeten, Rudy Witse, Jan Wyn hebben het thema De stad zeer individueel benaderd. (info Antwerpse dichters)

Sommigen schrijven over een zeer bepaalde plaats in een zeer bepaalde stad, anderen dan weer gebruiken de stad als metafoor. Weemoed, ergernis, verdriet, vreugde; geen enkel gevoel is de dichter vreemd als hij focust op De stad. De teksten zijn handgeschreven met af en toe een illustratie erbij.

De stad werd samengesteld door Yves Joris (redactielid Meander) en François Vermeulen en is een verzorgde uitgave op A4-formaat met 36 gedichten waarbij de pagina’s naar boven toe worden omgedraaid, zoals bij een schetsboek. De stad wordt verkocht tegen de democratische prijs van 10,00 euro en is verkrijgbaar bij De Groene Waterman, Wolstraat 7, 2000 Antwerpen of kan besteld worden door storting van 12,05 euro (België) of 15,00 euro (Nederland) op rekeningnummer 776 -5900956 -58 op naam van F. Vermeulen, met vermelding:

'De stad'. ISBN 90-805664-5-4


Mijn gedicht:

    EEN STAD ROND MIDDERNACHT


Ik zit weer eens gevangen
tussen hem en dit verlangen, hier
is niets dat mij ontgaat.
En ongehinderd neemt zijn hand
mezelf, mijn huis in rij, de straat
- zo haard aan rug aan haard -
dat is zijn aard, zijn eigenste.

En glijdt het zwart mijn bedstee in;
brei ik - nog hier - dan dit begin:
ik zit weer eens gevangen, in
‘een stad rond middernacht’.



© Eric Vandenwyngaerden

.


Distelbloemen

UIT NOORD EN ZUID EN ELDERS
49 dichteressen en dichters
ondergebracht in één bloemlezing

Uit het voorwoord (door Wout Joling):

Deze bundel is uitgegeven ter gelegenheid van het twaalfjarig bestaan van de Vlaamse uitgeverij De Distel. Een kleine uitgeverij, maar met een grote liefde voor de poëzie. Met liefde voor dichters. Zo is deze bundel ook bijeengebracht. Met liefde.
Iris Van de Casteele heeft in haar kwaliteit van uitgeefster in de eerste plaats dichteressen en dichters bijeengebracht wiens gedichten haar boeien, vaak ontroeren ook, en wonderlijk genoeg blijken die met elkaar een eenheid te vormen.
Samengewaaid uit Nederland en Vlaanderen, maar ook uit Brazilië, Suriname, Spanje, blijken de dichters en de gedichten rode draden te vormen zoals dat in een bloemlezing behoort.
Vele dichters in deze bundel hebben in meer of mindere mate bekendheid verworven door het regelmatig publiceren op de poëziesites van Internet. Ook gerenommeerde dichters schuwen niet langer om langs de onzichtbare draden van datzelfde wereldwijd web het oog en het hart van de poëzieliefhebber te raken.
[...]
Mij komen de regels van de Groningse dichter Wouter Godijn voor de geest: Inmiddels waren we veranderd in bloemen: / hyacinten, tulpen, madeliefjes, seringen enzovoort, enzovoort, / en we bloeiden.
Misschien geldt voor alle dichters in deze prachtige bloemlezing dat zij bloeien. Dat zij grenzeloos bloeien als distelbloemen. Enzovoort, enzovoort.

Mijn bijdrage aan de bloemlezing:



    ALTER EGO


Mijn ene ik verlaat mij soms:
de deur gaat op een kier.

In de taverne fluistert het
met twee. Hij koffie en zij
droomt dan even weg daar
in de spiegel
van haar gouden kopje thee,
lepeltje draaiend rustig rond,

en tijd verblijft in mij.

De deur van de taverne
slaat weer dicht:
ik schrik.

Mijn andere ik verdwaalt soms
langs de boorden van de nacht;
hardnekkig slaap verbijtend en
met woorden
in gedachten weg,
en ik - geduldig -
wacht.



© Eric Vandenwyngaerden

 

 

.

 

* * * 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

*

Maak jouw eigen website met JouwWeb